Art of our State: krokodillentranen en een vergulde visstick

In Nijmegen rukte een beveiliger niets vermoedend een kunstwerk van Peter Otto van de muur. Maar gelukkig haalde in AVRO’s zoektocht naar De Nieuwe Rembrandt een vergulde visstick de volgende ronde. Arme, arme kunst.

Met ‘Cultuur op de Campus’ wil de Radboud Universiteit Nijmegen onze toekomstige wetenschappers en nationale leiders wat cultureel besef bijbrengen. Prima idee!
De universiteit vroeg kunstenaar Peter Otto om een werk te maken voor een van de gangen van het universiteitsgebouw. Dat werd ‘Fonzie’, een werk over Otto’s overleden hond. Het kunstwerk strekte zich over 12 meter uit en bestond uit meerdere losse vellen met tekeningen. Studenten en andere passanten mochten – hoera, een concept!! – desgewenst aan het werk bijdragen.
Het werk heeft er twee dagen gehangen. Toen kwam een beveiliger van het gebouw het  op zijn ronde tegen, beschouwde het blijkbaar als het resultaat van een studentikoze actie en verwijderde de vellen. Het werk zou zelfs in de papierversnipperaar zijn verdwenen!

Conclusie:
Beveiligers dienen voor hun taak te beschikken over voldoende kennis van moderne kunst.

Vraag:
Wie valt iets te verwijten als een lekenoog een kunstwerk niet als zodanig herkent?

Grenzen
Als kunstenaars de grenzen van hun metier opzoeken, levert dat regelmatig prachtig werk op. Maar in hoeverre accepteren kunstenaars het als blijkt dat zij te ver over de rand leunen en hun werk niet als kunst wordt beschouwd? Blijkbaar niet, want Peter Otto is boos en eist zelfs een forse schadevergoeding, terwijl hij nota bene al voor het werk was betaald en het dus uit handen had gegeven.
Otto huilt krokodillentranen terwijl hij dankbaar zou moeten zijn voor de feedback die hij kreeg, namelijk dat (iemand uit) zijn publiek dit werk niet als kunst herkende. Dat zou hem te denken moeten geven.
Bovendien, hij vroeg om bijdragen van passanten. Als iemand met een rode spuitbus zijn werk te lijf was gegaan, was dat een bijdrage geweest. Had Otto dan ook om schadevergoeding gevraagd?
Met een beetje goede wil is het versnipperen van de 12 meter papier ook als een – conceptuele – bijdrage te beschouwen.

Wat is kunst?
De kern van de gebeurtenis in Nijmegen is natuurlijk dat de grenzen van kunst zodanig zijn opgerekt dat een leek er niets meer van begrijpt en zich nadrukkelijk afkeert. Lees bijvoorbeeld de reacties van AD-lezers eens op http://bit.ly/JMB1Io En begin nu niet tegen te werpen dat dat allemaal Henken en Ingrids zijn, want ik ken tal van Diederiks en Silvia’s die hetzelfde denken, maar te beschaafd zijn om verongelijkte briefjes te sturen of te mailen naar hun krant. Ook bij hen (en bij mezelf) merk ik steeds meer afkeer van veel onbegrijpelijke, hypermoderne beeldende kunst. Daarom was ik zielsgelukkig met de aankondiging van het AVRO-programma De Nieuwe Rembrandt, nota bene op prime time, dinsdagavond om half negen. Drie deskundigen zouden er honderd kunstwerken beoordelen en de twintig beste makers selecteren voor de volgende ronde.

‘Te bedacht’
Dat werd een flinke teleurstelling. Niet alleen omdat we die kunstwerken nauwelijks in beeld kregen, maar ook omdat de deskundige (!) jury niet in staat bleek om hun keuzes enigszins te motiveren. Waarom haalde die huis-, tuin-, en keukenladder met het onderstel van een schommelstoel de volgende ronde niet en een vergulde visstick in een mooi doosje wel? Waarom diskwalificeerde jurylid Jaspar Krabbé een ander werk als ‘te bedacht’? Sinds wanneer bestaat er een overtreffende trap van ‘bedacht’ en sinds wanneer is dat überhaupt een criterium bij het beoordelen van kunst?
Van een ander werk zei Krabbé dat het ‘echt mooi was opgebouwd’. Zou de kunstenaar tijdens dat proces niets hebben bedacht? Vast wel, maar Krabbé kon blijkbaar zien dat dit nou weer niet ‘te bedacht’ was. Raadselachtig.
Helemaal pijnlijk was dat de jury de werken ‘blind’ moest beoordelen. De makers zelf bleven buiten beeld om selectie op basis van een leuk koppie of een vlotte babbel te voorkomen. Maar…jurylid Benno Tempel, directeur van het Haagse Gemeente Museum, herkende één van de videowerken, en gebruikte zijn vlotte babbel om zijn mede-juryleden duidelijk te maken dat deze video deel uitmaakt van een drieluik en dat de maakster  geweldig was en ja hoor, hij kreeg zijn kompanen mee: dit werk mocht naar de volgende ronde.

Op de barricades
En de kijker? Die had geen idee van het waarom van een selectie, had nauwelijks kunst gezien en niets, niets, niets aan uitleg gehoord dat zijn kijk op moderne kunst wat verrijkte. Een gemiste kans, doodzonde. Of moeten we concluderen dat niet alleen de waan van de dag, maar ook de waan van deskundigen bepalen wat goede kunst is? Hoe moet dat dan verder met al die beveiligers en schoonmakers die geen vel papier of vuilniszak meer durven weg te gooien? Het zou immers kunst kunnen zijn. Staan ze al op de barricades voor cultuureducatie?